Latijn: Globicephala Melas

Grienden behoren samen met de orka tot de grootste dolfijnen, ze kunnen 8,5 meter lang worden. Net zo als de gramper hebben grienden een afbeelding van een anker op hun borst en is hun voedsel overeenkomstig. De vrijwel geheel zwarte dieren hebben kenmerkende sikkelvormige borstvinnen. Bekend zijn de wereldwijde strandingen van deze diersoort. Soms stranden ze met meer dan 200 tegelijk (massastranding), de redenen hiervan zijn grotendeels onbekend.

De sikkelvormige borstvin van deze griend is duidelijk zichtbaar.

 

Gestrande grienden worden nat gehouden, in de hoop dat ze bij hoogwater terug naar zee kunnen.

 

Eigenschappen: grienden jagen met behulp van echolocatie op inktvissen en vissen zoals kabeljauwen. Omdat ze meestal niet langer dan 10 minuten onderwater blijven duiken ze niet erg diep. Grienden leven in hechte groepen tot ongeveer 200 dieren en mengen zich met andere walvissen en dolfijnen. Oudere mannetjes kunnen hevige gevechten met jongere mannetjes aangaan.

Zeevogels volgen de grienden vaak omdat ze van de zelfde prooidieren, zoals inktvissen, houden.

Een griend kan eens per 3 jaar een jong krijgen. De draagtijd ligt tussen de 14 en 16 maanden. Bij het kalf zijn de geboorte strepen het eerste jaar duidelijk zichtbaar. Het kalf drinkt tussen de 1,5 en 2 jaar bij zijn moeder.

 

Jacht: op de Faeröereilanden wordt jaarlijks op grienden gejaagd, hierbij komen ongeveer 800 dieren om het leven. De lokale bewoners gebruiken de griend als voedsel. Ondanks de jacht is de griend geen bedreigde diersoort.

Maak jouw eigen website met JouwWeb